<<<<< Vorige Pagina

PDF om af te drukken

  DiaShow berging dwergvinvis

Gedeelte bovenkaak kop van de dwergvinvis

(aanwezig in het museum)

 

 botten 001.jpg

 

Klik op  deze externe WIKI link voor uitgebreide info over leefomgeving

minkwhale4.jpg

De dwergvinvis is de kleinste baleinwalvis. dwergvinvis.jpg

 

De Dwergvinvis  komt overal ter wereld voor, behalve in de tropen. In de noordelijke Noordzee leeft een vaste populatie. Soms trekken ze verder naar het zuiden, op jacht naar Noordzee haring.  In tegenstelling tot andere baleinwalvissen eet de dwergvinvis vooral vis. Vooral in Noorwegen gaan veel stemmen op om weer op dwergvinvissen te gaan jagen. Japan heeft zichzelf eind 2005 een vergunning gegeven om 935 dwergvinvissen te vangen.

 

Dwergvinvissen worden 7 tot 10 meter lang. Ze wegen tot 10.000 kilo. Dwergvinvissen leven in groepen van vijf tot tien dieren. Op het noordelijk halfrond zijn ze meer dan 50 jaar bejaagd, voornamelijk vanuit kuststations. Vooral na de achteruitgang van de blauwe, gewone en noordse vinvissen, kwam de dwergvinvis onder zware jachtdruk te staan.

 

Het aantal exemplaren van de dwergvinvis in de Noordzee ligt niet hoog, hoewel ze de laatste jaren weer in behoorlijke aantallen voorkomen in het noorden van de Noordzee, net buiten de Nederlandse wateren. Aan de Nederlandse kust strandden sinds 1306 net iets meer dan twintig dwergvinvissen, waarvan 15 in de afgelopen eeuw.

 

Onderzoekers die in de zomer van 1994 deelnamen aan een eerste grootschalige onderzoek naar walvisachtigen in de Noordzee, kwamen uit op een schatting van ongeveer 9300 dwergvinvissen, waarvan de meeste aan de Engelse en Schotse oostkust rondzwommen.

 

PZC 03-04-2011,  BRESKENS:  In de Veerhaven van Breskens is zondagochtend een dode dwergvinvis aangetroffen. Op zondagmorgen, 08.20 uur werd de EHBZ zuidwest gewaarschuwd door het Schelde Coordinatiecentrum Vlissingen dat er een Walvisachtige in de veerhaven van Breskens dreef. Het kadaver lag tegen de Oostpier van de haven. De mensen van de EHBZ zuidwest uit Zeeuws Vlaanderen gingen ter plaatse kijken. Het bleek te gaan om een kadaver dat ongeveer 5-6 meter lang was. Het kadaver was niet bij te komen i.v.m. obstakels op de pier.

De rijkshavenmeester van de Westerschelde had ondertussen het surveillance schip van RWS de SKA-Maaslant er naar toe gedirigeerd. Rijkswaterstaat directie Zeeland en de burgemeester van de gemeente Sluis werden gewaarschuwd ivm met een calamiteit. De SKA Maaslant maakte een touw vast aan de staart van het kadaver. Uit fotos bleek dat het ging om een vinvis. Het soort was nog niet bekend. Nadat er contact was geweest tussen de EHBZ-Zuidwest en de calamiteiten officier van Rijkswaterstaat zijn er plannen gemaakt. Rijkswaterstaat zou zorgen voor de aannemer Jan Hoondert uit Vlissingen en de EHBZ-Zuidwest zou contact opnemen met Naturalis te Leiden om te informeren wat er gedaan moest worden.

Zodra alle informatie binnen was werd er opdracht gegeven aan de aannemer om het kadaver te gaan bergen. Het ms. De Octopus werd er naar toe gestuurd om de klus te gaan klaren. Ondertussen was er een vrachtauto met dieplader met daarop een wielkraan en een container ook onderweg naar de veerhaven. Een uur voor hoog water kwam het kadaver los van de glooiing van de pier. De Octopus nam het kadaver op sleeptouw en voer deze om naar het naast gelegen strand. Door de bijboot werd het kadaver naar het strand gesleept. Ondertussen was de wielkraan ook gearriveerd. Het sleeptouw werd overgeven aan de kraanmachinist en deze ging het kadaver verder de kant op trekken tot het moment dat deze tegen de pier lag. Hierna kon de kraanmachinist met zijn knijper het dier oppakken en in de container dumpen.Ondertussen was er contact geweest met Naturalis. Zij wilden indien mogelijk de kaken van het dier hebben voor de collectie en het overige deel kon naar de destructie. Toen het dier op de kant lag bleek dat het ging om een volwassen mannelijke dwergvinvis met een lengte van 7.60 meter. Door de EHBZ-Zuidwest ism. een medewerker van Hoondert werd de bovenkaak en een van de onderkaken verwijderd voor het museum.Hierna werd het kadever op transport gezet naar het terrein van Hoondert te Vlissingen in afwachting van de komst van Rendac uit Son. Op maandag, 4 april 2011 werd het kadaver opgehaald en na weging bleek dat het restant kadaver 2600 kg woog.