Datum: 13-02-2019

Kenmerk: Beleidsplan 2019-2021

 

Beleidsplan Visserijmuseum Breskens.

voor de jaren 2019-2021.

 

0.    Inleiding.

Waarom een beleidsplan? Om enig houvast te hebben naar de toekomst. En om beeld te hebben waar we met het museum naar toe willen. Of waar juist niet.

De gemeente Sluis is van plan een Viscentrum (Fish-experience) te stichten in een nieuw gebouw, waarin het Visserijmuseum een plaats krijgt. Momenteel vindt overleg met de gemeente plaats over de inpassing van het museum in dat nieuwe Viscentrum, dat naar verwachting aan het eind van het seizoen 2021 zou kunnen worden gerealiseerd. Omdat de Raad van State het bestemmingsplan voor het viscentrum nog niet heeft goedgekeurd, is het niet zeker of deze datum gehaald wordt. Daarom beperkt deze beleidsnota zich tot de jaren 2019 t/m 2021. In de loop van het jaar 2019 zal worden bezien of dit plan aanpassing behoeft.

 

1. Procedure.

Het bestuur stelt het concept vast van het beleidsplan. De vrijwilligers krijgen het toegestuurd. Ze mogen erop reageren. De reacties worden door het bestuur gewogen en, eventueel, verwerkt in het plan. De versie die zo ontstaat, wordt door het bestuur aan de vrijwilligers voorgelegd. Na dit overleg stelt het bestuur het uiteindelijke beleidsplan vast. Dit aangepaste beleidsplan is vastgesteld in de bestuursvergadering van 19-02-2019.

 

2. Doelstelling museum.

De doelstellingen van het museum zijn vastgelegd in de statuten en zijn omschreven als volgt:

    1. Het permanent of tijdelijk exposeren van schilderijen, fotos of andere afbeeldingen, van personen of zaken, welke in enigerlei verband staan of zijn te brengen met de visserij en dit in de ruimste zin,
    2. Het exposeren van voorwerpen in de zin als bedoeld in punt 2.a.
    3. Het besteden van aandacht in ecologisch verband aan de Noordzee, de Noordzeekust rond de Scheldemonding en aan de Zeeuws-Vlaamse kuststrook.
    4. Mede met het oog op de educatieve waarde zal gestreefd worden naar een wetenschappelijk verantwoorde opstelling en toelichting van het geexposeerde.
    5. Het incidenteel gelegenheid bieden tot exposeren van werk, gemaakt door kunstenaars en / of amateurs uit de regio, voor zover dit in verband is te brengen met het in punt 2.a beoogde doel.
    6. Het houden van lezingen voor groepen, scholen en dergelijke over de in punt 2.a en 2.b vermelde zaken en het samenstellen van documentatiemateriaal in dezelfde zin voor scholen.
    7. Het samenstellen en/ of verwerven van publicaties en het tegen vergoeding beschikbaar stellen van publicaties, fotos en dergelijke over de in punt 2.a en 2.b vermelde zaken.

 

3.    Hoe geven we uitvoering aan de doelstellingen?

Hierbij moeten een aantal punten aan de aan de orde komen, zoals: Personele bezetting, Ruimte en klimatisering, Beheer collectie, Arrangementen, Kosten en opbrengsten, externe contacten.

 

3.1. Personele bezetting.

Het museum wordt gerund door vrijwilligers. Wel is er sprake van een gedeeltelijk door de gemeente betaalde kracht voor vijf dagen in de week in de periode van 1 april tot 1 november (Adrie S.). Deze kracht, in het vervolg beheerder genoemd, is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in het museum. Te denken valt hier aan schoonmaken, ontvangst, receptie, roosters maken voor balie en gidsen, enz. Hij signaleert onvolkomenheden en bevordert dat de vrijwilligers, die deze onvolkomenheden kunnen oplossen worden ingelicht, ingeschakeld en geactiveerd. Het bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid voor de gang van zaken in het museum. Zoveel mogelijk taken worden uitgevoerd door de vrijwilligers: het is hun museum. Het bestuur draagt er zorg voor dat er vrijwilligers zijn die eerste aanspreekpunt zijn voor: balie (Adrie S); sponsoring, pr, arrangementen (Tim Robijn); gidsen (Ans Wolfert); inrichting Thijs Verschoorzaal en beveiliging (Ron Verschoor); aquaria (Adrie Bouwman); beheer collectie (Hein Klooster); website (Jan Albregtse); enz. Adrie Smallegange. neemt deel aan de bestuursvergaderingen ten behoeve van de coordinatie van de diverse activiteiten. Momenteel hebben we nauwelijks voldoende vrijwilligers om het museum te runnen. Er wordt actief naar nieuwe vrijwilligers gezocht.

Bovenvermelde personen zijn ook gemandateerd om namens het bestuur besluiten te nemen. Jaarlijks worden door het bestuur bedragen vastgesteld voor de maximaal door de gemandateerden uit te geven bedragen. De vrijwilligers worden door middel van een periodiek verschijnende, door het bestuur opgestelde, nieuwsbrief op de hoogte gehouden van de meest recente ontwikkelingen.

Met de huidige personele capaciteit moeten we tevreden zijn met een bezoekersaantal van ongeveer 12.000 per seizoen. Uitbreiding van dit aantal wordt wellicht mogelijk en is zelfs wenselijk als de nieuwe Fish-experience gerealiseerd is. Momenteel wordt binnen het museum een discussie gevoerd, gericht op de mogelijke toekomst van het museum in het te realiseren Viscentrum.

Van belang is het dat het aantal vrijwilligers op niveau blijft. Aanwas met vooral jongere vrijwilligers zou zeer welkom zijn. Dat proberen we te bewerkstelligen door potentiele vrijwilligers uit te nodigen en hen te laten zien hoe we in het museum werken. Ook wordt regelmatig aan stagiaires van het Zwin College de mogelijkheid geboden het Visserijmuseum te leren kennen.

Het hebben van voldoende, zowel in aantal als in kwaliteit, vrijwilligers is zodanig belangrijk voor het voortbestaan van het museum, dat het bestuur van mening is dat de facilitering van deze mensen goed moet zijn. Het jaarlijkse uitstapje aan het eind van het seizoen is een duidelijk signaal van waardering en zorgt voor sociale binding in de groep. Daarom moet deze activiteit zeker blijven.

Het bestuur streeft er naar de vrijwilligers indien nodig bij te scholen door het laten volgen van relevante cursussen.

Het beleid ten aanzien van het personeel is vastgelegd in een afzonderlijke nota personeelbeleid.

 

3.2.       Ruimte en klimatisering.

Het museum is ondergebracht in een ruimte van de gemeente Sluis boven de vismijn. Inmiddels is het museum meer dan overvol. Diverse bij elkaar horende zaken staan door het museum verspreid en op drukke momenten lopen de bezoekers elkaar in de weg. Het streven van het bestuur is erop gericht meer ruimte voor de expositie te verkrijgen. De gemeente Sluis streeft ernaar het museum met een aantal andere functies onder te brengen in een nieuw te bouwen gebouw en daarin tevens een Fish-experience te realiseren, waarbij een kotter ook in dat nieuwe gebouw wordt ondergebracht. De gemeente rekent erop dat het aantal bezoekers daardoor zal stijgen; bij het vaststellen van de capaciteit van het nieuw te bouwen gebouw zal daarmee dus rekening moeten worden gehouden.

Het destijds opgestelde programma van eisen is met de gemeente besproken en is inmiddels aangepast aan de opzet van de Fish-experience.

Periodiek worden met name voor wisseltentoonstellingen aanpassingen in het museum aangebracht. Vele voorwerpen moeten zorgvuldig worden beschermd tegen invloeden van buiten. De vitrines zouden de nodige klimatologische voorzieningen moeten hebben. De elektrische installatie komt voor totale vernieuwing in aanmerking, maar zal, gezien de voortgaande ontwikkelingen met betrekking tot de te realiseren Fish-experience niet integraal worden uitgevoerd. Wel worden diverse verbeteringen aangebracht, bijvoorbeeld het aanbrengen van led-verlichting. Inmiddels is er een nieuw aquarium geschonken dat in de plaats is gekomen van twee kleinere aquaria. In dit nieuwe aquarium zijn stekelroggen ondergebracht. Tevens is de aquariumzaal van een passende wanddecoratie voorzien.

Tevens is bij de breitafel een model van een touwslagerij geplaatst.

Verder wordt overwogen de glazen zijwand van de maquette van de vissershaven dicht te maken en te voorzien van een panoramefoto van die haven.

Ten behoeve van de registratie wordt het voormalige kantoortje van de AID gebruikt en daarin is ook het archief en een deel van het depot ondergebracht. Daardoor ontstaat in de bestaande berging meer ruimte voor de reparatie van vitrines en museumstukken en opslag van materiaal.

In het kader van de geplande nieuwbouw ten behoeve van de Fish Experience zal voor de meest dringende zaken (elektrische installatie, c.v., en lift) hopelijk een oplossing te vinden zijn. Het bestuur is hierover in gesprek met de gemeente.

Gezien de vooruitzichten op een nieuw museumgebouw worden voor de jaren 2019 t/m 2021 geen ingrijpende verbouwingen gepland. Wel worden jaarlijks de nodige aanpassingen verricht om het museum up to date te houden en ruimte te scheppen voor tijdelijke exposities.

Momenteel wordt met de gemeente en Hypsos overlegd hoe we het nieuwe museum kunnen gaan inrichten. Daarvoor is door Hypsos een voorlopig ontwerp aan het museum voorgelegd, waarin de door ons gemaakte opmerkingen zijn verwerkt. Thans is Hypsos bezig met het maken van een definitief ontwerp en een begroting. Omdat de inrichtingskosten ongetwijfeld veel hoger zullen zijn dan de door ons gereserveerde bedragen zullen op basis van die begroting door ons museum en/of de gemeente de nodige subsidies moeten worden aangevraagd en verkregen. Daarover vindt overleg met de gemeente plaats.

Met het SCEZ is overleg gepleegd op welke wijze en met welke instrumenten we de klimatologische omstandigheden in het museum kunnen meten en op het gewenste peil kunnen houden. Daartoe zijn twee dataloggers aangeschaft, waarmee temperatuur en vochtigheidsgehalte regelmatig worden gemeten.

 

3.3.       Beheer collectie.

Het collectieplan geeft aan dat er op het gebied van de collectie een aantal beslissingen moet worden genomen. Om het museum een modernere uitstraling te geven en de aantrekkelijkheid voor kinderen te vergroten is de vaarsimulator aangeschaft. Er wordt ook een softwareprogramma voor het varen op de Westerschelde aangeschaft.

De informatie op het touchscreen wordt regelmatig uitgebreid.

Diverse onderdelen van de collectie zouden beter gegroepeerd kunnen worden. Vorig jaar is in de handelshavenzaal een nieuwe vitrine gebouwd, waarin een aantal scheepsmodellen, die in de bottenzaal stonden, worden geexposeerd. In de bottenzaal is inmiddels een tijdlijn aangebracht, waarin de diverse archeologische tijdperken met hun kenmerken worden getoond. De fossielen zijn ondergebracht in de bottenzaal.

In de Scheldezaal wordt voor het seizoen 2019 een tentoonstelling over de slag om de Westerschelde uit de Tweede Wereld Oorlog ingericht. Daartoe worden de scheepsmodellen van de veerboten van de PSD naar de vissershavenzaal verplaatst.

Indien de ruimte voor het museum niet kan worden vergroot, moet worden nagegaan of een deel van de (bruikleen)collectie zou moeten worden afgestoten. Het voordeel daarvan is dat er dan meer ruimte komt om de overige bestanddelen van de collectie beter te exposeren; het nadeel is dat dit een verarming van de collectie inhoudt. Daarom wordt ernaar gestreefd de gehele collectie bijeen te houden, mede omdat vele bezoekers de diversiteit van het museum zeer positief beoordelen.

De collectie wordt momenteel in een computerprogramma geregistreerd (Adlib). Dit programma is ons door de provincie aangeraden en wordt door vele musea gebruikt, waardoor gemakkelijk uitwisseling van gegevens mogelijk wordt. Deze registratie is voltooid maar behoeft overigens nog verdere gedetailleerde invulling. Er zijn tot nu toe slechts drie vrijwilligers mee bezig. Dit is te weinig. Gelukkig hebben we voor de registratie van de botten assistentie gekregen van biologe Betty Ras en van de archeloog Mark Bosselaars. En Adrie Smallegange zal ook bij de registratie worden betrokken.

Er wordt voor gezorgd dat de kwaliteit van de collectie op niveau blijft en zo mogelijk nog verbetert. Het museum mag in geen geval een verzamelplaats worden van inferieure spullen, die wel iets met de visserij te maken hebben, maar niet in prima staat zijn of waarvan de meerwaarde voor het museum niet aan te tonen is.

In 2017 is een grote verzameling museumstukken geschonken van een opgeheven museum in Blankenberge (B). Deze verzameling is beoordeeld op bruikbaarheid voor ons museum en de Stichting Vuurtoren Breskens.

Er wordt naar gestreefd het museum een belangrijke toeristische trekpleister te laten blijven. Uitbreiding van de collectie kan alleen plaatsvinden als het museum de beschikking krijgt over meer ruimte. In de thans bekende plannen rond de haven in Breskens wordt het museum een zelfstandig onderdeel van het nieuwe Viscentrum. Zaken betreffende de collectie zijn beschreven in het collectieplan.

 

3.4.       Arrangementen.

Jaarlijks worden diverse arrangementen door het museum georganiseerd, veelal in samenwerking met andere organisaties. Dit is voor het museum een belangrijk doel, dat extra bezoekers oplevert. Dit beleid wordt daarom voortgezet. Het bestuur heeft inmiddels ook de exploitatie van de robotvis Bresko van de gemeente overgenomen. Als vergoeding voor de daarmee gepaard gaande kosten ontvangen we een bijdrage van de gemeente. Het is mogelijk om vooraf een bezoek door een groep belangstellenden te reserveren, ook buiten de normale openingstijden. Die groepen worden door een of meerdere gidsen in het museum rondgeleid. De jaarlijkse Kerstfair is een groot succes en zal zeker worden gehandhaafd.

 

3.5.       Kosten en opbrengsten.

De in dit beleidsplan aangegeven zaken vergen een aanzienlijk bedrag aan geld, dat gelukkig nog uit eigen middelen kan worden betaald.

Het aantal bezoekers was in 2018 bijna 10.000, helaas aanzienlijk minder dan vorige jaren. De gemeente streeft er naar de musea selfsupporting te maken, maar heeft tengevolge van dat beleid de bijdrage aan het salaris van de beheerder gelukkig niet verlaagd. Wellicht kunnen voor bepaalde voorzieningen en arrangementen nog meer sponsors worden gezocht. Verder wordt nagegaan of de opbrengsten van het verstrekken van kortingen op diverse passen worden overtroffen door de hiervoor gemaakte kosten. Ook moet worden vastgesteld over welk bedrag het museum moet blijven beschikken als reserve voor onvoorziene omstandigheden. Het streven van het bestuur is de bouwkundige kosten (inclusief het onderhoud van de lift en de elektrische installatie), alsmede de kosten voor gas, water en elektriciteit geheel te laten financieren door de gemeente, maar dat heeft tot nu toe alleen het resultaat opgeleverd dat de gemeente buiten de vaste bijdrage van euro 13.100 een bijdrage geeft in de onderhoudskosten van de lift tot een maximum van euro 5.000; de gemeente vergoedt nu dus slechts een deel van die totale kosten.

De jaarrekening wordt op grond van de gegevens van de penningmeester voor 1 juli opgemaakt door de accountant. Jaarlijks maakt het bestuur een conceptbegroting voor het volgend jaar en stelt de jaarrekening van het voorgaande jaar vast. Voor 1 september van elk jaar moeten deze documenten door het bestuur worden opgesteld. Deze gegevens zijn namelijk noodzakelijk voor het definitief vaststellen van de begroting van het volgende jaar en het aanvragen van subsidies. Elke deelgroepering krijgt aan het begin van het museumseizoen de beschikking over een budget om noodzakelijke uitgaven te kunnen doen. Van deze uitgaven wordt door middel van het overleggen van bescheiden verantwoording afgelegd aan het bestuur. Het bestuur stelt vast tot welk bedrag de deelgroeperingen geautoriseerd zijn. Jaarlijks wordt er, indien mogelijk, in de begroting een bedrag opgenomen voor reserve nieuwbouw, reserve aquaria, reserve inrichting nieuwbouw en reserve liftonderhoud. De vastgestelde jaarrekening ligt in het museum voor de vrijwilligers ter inzage.Het museum is door de belastingdienst erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling (culturele ANBI). Daardoor is het mogelijk dat donateurs en subsidienten hun donaties onder bepaalde voorwaarden kunnen aftrekken op de belastingaangifte. Er wordt naar gestreefd jaarlijks financieel rond te komen. In voorkomende gevallen kan er natuurlijk een beroep worden gedaan op een (algemene) reserve: het museum is geen spaarclub. Besloten is de toegangsprijzen voor 2019 niet te verhogen. In de loop van 2019 zal worden bezien of verhoging in 2020 noodzakelijk is.

 

3.6.       Externe contacten.

Het museum draait op goodwill. Daarom zijn externe contacten van belang. Er is regelmatig contact met SCEZ (Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, thans Erfgoed Zeeland geheten) voor allerlei museale zaken. Ook het contact met de VZM (Vereniging Zeeuwse Musea) moet worden aangehouden. Het verdient aanbeveling ook vanuit West Zeeuws Vlaanderen een bestuurslid in deze organisatie te hebben. Inmiddels is het museum ook lid van de Nederlandse Museumvereniging en heeft de status van erkend museum verkregen. Vanaf 1 januari 2018 is de Museumkaart ook in ons museum geldig. Bovendien kunnen mede daardoor extra subsidiemogelijkheden worden aangeboord.

 

4.     Mogelijke aanpassingen in het museum voor de periode 2019-2021

  1. Verplaatsen scheepsmodellen PSD naar Handelshavenzaal.
  2. Verplaatsen controlepaneel.
  3. Verplaatsen getijdeklok.
  4. Aanbrengen tijdelijke panelen voor fotos en kaarten wisseltentoonstelling.
  5. Audiovisueel materiaal aanpassen.
  6. Verbeteren toelichtende kaartjes bij de te exposeren objecten.
  7. Vervangen of opknappen van diverse scheidingswanden.
  8. Vitrines gelijksoortig maken, meer eenheid.
  9. Vernieuwen plafond in het oudste gedeelte van het museum.
  10. Schilderen van de wand van het mammoetskelet.
  11. Vervangen schelpenvitrines voor de maquette van de vissershaven.
  12. Vervangen verlichting van diverse objecten.
  13. Camerasysteem uitbreiden/vernieuwen/aanpassen.
  14. Wanden langs maquette vissershaven aanpassen.
  15. Plaats zoeken voor fotos en objecten uit de Tweede Wereld Oorlog.
  16. Meten van klimatologische omstandigheden.
  17. Op diverse plaatsen zitplaatsen in het museum maken.
  18. Opknappen/vernieuwen keuken.

 

5.     Resume beleidsbeslissingen voor 2018

  1. Participeren in het overleg met de gemeente over het nieuwe viscentrum
  2. Binnenhalen nieuwe vrijwilligers
  3. Vrijwilligers periodiek op de hoogte stellen van bestuursbeslissingen door middel van een nieuwsbrief
  4. Organiseren van diverse arrangementen
  5. Organiseren wisseltentoonstelling
  6. Bijhouden en completeren van de registratie van de collectie in Adlib
  7. Uitvoeren van de diverse aanpassingen in het museum
  8. Vaststellen jaarrekening 2018.
  9. Zoeken sponsors voor arrangementen
  10. Maken van een meerjarenbegroting 2019-2021 en vaststellen budgetten voor diverse groeperingen.
  11. Onderhouden contacten met de Museumvereniging, SCEZ en VZM
  12. Cursussen volgen bij het SCEZ over diverse onderwerpen.

 

Het bestuur zorgt dat dit plan jaarlijks eenmaal op de agenda staat en bekeken wordt of er een noodzaak tot uitbreiding en/of aanpassing is.

H.K.